Het impostersyndroom

Hoe herken je het en wat kan je eraan doen?

Bijna iedere schrijver – beginnend of gepubliceerd – heeft weleens last (gehad) van het impostersyndroom. Want: wie ben ik dat ik denk dat ik een boek kan schrijven?

 

In dit blog lees je wat het impostersyndroom is, hoe je het herkent (bij jezelf of bij iemand anders) én je krijgt 7 tips om dat geniepige stemmetje dat zegt dat je niet goed genoeg bent te verbannen. Met als uitsmijter 7 dingen die je als schrijver kan doen als je last hebt van het impostersyndroom.



Wat is het impostersyndroom?

 

Iemand met het impostersyndroom, ook wel het bedriegerscomplex, denkt dat hij anderen misleidt op het vlak van zijn eigen deskundigheid. In het geval van schrijvers komt het erop neer dat de schrijver halsstarrig denkt dat hij niet de juiste kwaliteiten bezit om een boek te schrijven, terwijl hij wel degelijk competent is. De schrijver denkt dat hij zichzelf en uiteindelijk de lezer bedriegt.

 

Aan de basis van het impostersyndroom ligt de grote angst om niet goed genoeg te zijn. Vooral mensen die perfectionistisch zijn, de lat voor zichzelf heel hoog leggen en weinig zelfvertrouwen hebben, kunnen last krijgen van het impostersyndroom. En ben je een vrouw – wat een geluk – dan heb je meer kans om last te krijgen van het impostersyndroom dan een man.

 

 

Je bent niet gek

 

Het is helemaal niet gek – jij bent niet gek – als je last hebt van het impostersyndroom. 70% van de mensen ervaart minimaal één keer ik hun leven de angst om als bedrieger te worden gezien. En dan tellen we de ‘echte’ bedriegers en leugenaars niet mee. Die zitten – als het goed is – achter slot en grendel.

 

Schrijvers met het impostersyndroom zijn bang om te falen en zien hun succes als gevolg van toeval en geluk. En niet als het resultaat van hun harde werk en het toepassen van hun vergaarde kennis.

Want ik schrijf dus ik ben schrijver, maar waarom komt mijn manuscript niet af? Of waarom hebben mijn proeflezers feedback? Waarom geeft mijn redacteur naast positieve punten ook verbeterpunten aan? En … Waarom wil die uitgever niet publiceren? Zie je wel, ik kan niet schrijven. Ik ben niet goed genoeg. Ik hou de boel voor de gek.

 

 

Hoe herken je het impostersyndroom?

 

We weten nu wat het impostersyndroom is, maar hoe herken je het bij jezelf of anderen?

 

Dit zijn 7 veelvoorkomende tekenen:

  • Je twijfelt aan je kennis en kunde.
  • Je gelooft dat je nooit succes zal hebben.
  • Je bent bang om te falen.
  • Je schrijft niks omdat je denkt dat het toch geen zin heeft.
  • Je kijkt alleen naar wat er niet goed gaat. Of ziet alleen nog maar wat je niet goed doet.
  • Je vindt dat je het niet waard bent om succesvol te zijn.
  • Je vergelijkt jezelf continu met anderen en vindt de ander beter.

Hoe doe je het impostersyndroom de das om?

 

Hoe ga je de strijd aan met het impostersyndroom, hoe stop je dat nare stemmetje in je hoofd? Want als je last hebt van het impostersyndroom ontbreekt het je vaak aan de zin of de moed om te schrijven, om verder te werken aan je verhaal. En laat dat nu juist zijn wat je het liefst doet.

 

7 algemene tips om dat stemmetje achter de tralies te krijgen:

 

  • Stop met het vergelijken van jezelf met anderen. Het is heel natuurlijk om dit te doen, maar je hebt er niks aan. Jij bent jij, niet iemand anders. Iedereen doet de dingen op zijn eigen manier.
  • Zoek (eventueel met professionele hulp) uit wat er aan de basis ligt van je impostersyndroom. Vaak zijn dit dingen uit je jeugd of jonge volwassenheid. Bijvoorbeeld overbeschermende ouders, prestatiegerichte medeleerlingen of collega’s of strenge docenten en leidinggevenden.
  • Is er een trigger voor deze gevoelens? Probeer hier achter te komen, wellicht kan je de triggers – op bepaalde momenten – vermijden? Misschien speelt het gevoel op als je in een boekwinkel bent, tussen allemaal prachtige boekcovers? Of wanneer je andere auteurs op de socials hun boek ziet promoten?
  • Zoek afleiding. Ga even naar buiten, doe een rondje sportschool, bak een cake met je kinderen, ga naar de film met je partner of vriend(inn)en.
  • Spreek op een positieve manier jezelf toe. Je kan goed schrijven, je doet er alles aan om het te leren, je krijgt hulp van proeflezers, een schrijfcoach of redacteur, dus je verhaal wordt de best mogelijke versie die je op dat moment kan schrijven. Je mag trots zijn op jezelf!
  • Bedenk een mantra, bijvoorbeeld ‘ik kan heel goed een verhaal bedenken’ en herhaal dit voor jezelf. Op een gegeven moment zal je het geloven. Eerlijk waar.
  • Praat over je gevoelens. Met andere schrijvers, zij zullen je gevoelens herkennen. Met vrienden of vriendinnen, met je partner. Je hoeft het niet alleen te doen.

 

En als je het gevoel hebt dat je er niet zelf of met mensen in je omgeving van afkomt, praat erover met een psycholoog, zeker als het impostersyndroom je ook op andere gebieden belemmert.

7 dingen op schrijfgebied die je kan doen:

  • Neem even afstand van je schrijfwerk. Ga iets anders creatiefs doen.
  • Vraag een schrijfcoach om je te begeleiden, deze helpt je met je verhaal en laat je inzien wat je allemaal al goed kan.
  • Vraag een redacteur om naar je korte verhaal of manuscript te kijken en geef aan waar je last van hebt. Een goede redacteur kijkt naar de punten die al goed gaan en naar verbeterpunten, is altijd eerlijk en zal je tips en ideeën aanreiken om je manuscript naar een hoger niveau te tillen. Weg naar stemmetje. Want: ik doe er alles aan om een goede schrijver te zijn!
  • Zoek een schrijfmaatje of -groepje. Door samen te sparren en elkaar feedback te geven, leren jullie van elkaar en ontdek je je goede punten.
  • Volg een schrijfcursus. Je zal zien dat je stiekem al meer weet dan (je stemmetje) denkt én leert nog beter schrijven.
  • Plan schrijftijd in. Door gericht tijd te besteden aan het schrijven, hier tijd voor vrij te maken, duw je het stemmetje weg dat zegt dat je niet serieus genoeg bent én het voorkomt dat je het schrijven niet meer oppakt.
  • Ga op schrijfvakantie met een groep(je) schrijvers. Je zal zien dat je niet de enige bent met het impostersyndroom, leert van elkaar, geeft elkaar feedback en geniet in een andere omgeving van het schrijven.

 

Eenzaam, maar niet alleen

 

Je kan je eenzaam voelen als je last hebt van het impostersyndroom, maar weet dat je niet alleen bent! En je staat er niet alleen voor. Zeker binnen de schrijverscommunity zijn er collega’s die je willen helpen! Vraag om hulp, anderen zien niet altijd aan je af dat je het moeilijk hebt. Vinden je misschien juist sterk of een heel goede schrijver en verwachten niet dat jij last hebt van het impostersyndroom.

 

 

Ik hoop dat dit blog nuttig is voor je. Heb je last van het impostersyndroom en wil je er met iemand over praten, maar nog niet direct professionele hulp inschakelen? Stuur me een berichtje of mailtje – wat we bespreken blijft tussen ons.

Let op: Ik ben geen psycholoog, maar bied wel graag een luisterend oor.

 



Vond je dit interessant?

 

Lees de andere blogs op deze website. Ook komen er steeds nieuwe blogs online met tips over schrijven en uitgeven, over je team en over de schrijftermen.

 

Als je me volgt op social media ben je als eerste op de hoogte als ik een nieuw blog plaats.


 Wil je hulp bij de inhoudelijke en/of tekstuele redactie van jouw manuscript, zodat je de best mogelijke versie ervan naar de uitgever kan sturen?

  

👉 Neem dan contact met me op. In een informatief en vrijblijvend kennismakingsgesprek bespreken we wat ik voor jou(w manuscript) kan betekenen.