Schrijftermen ontrafeld: DPOV

Oftewel deep point of view

 

In de schrijfwereld worden termen gebruikt die niet iedereen kent, ik zal deze in diverse blogs uitleggen.

 

Een bekende term uit de schrijfwereld is DPOV.

 

Als je DPOV (deep point of view) schrijft, ben je als auteur niet zichtbaar in het verhaal. De lezer beleeft het verhaal vanuit de hoofdpersoon of, bij meerdere perspectieven, hoofdpersonen. De lezer beleeft het verhaal door de ogen van het personage, voelt wat hij voelt, ziet wat hij ziet en ‘hoort’ wat hij denkt. De lezer voelt geen afstand, zit in de huid of het hoofd van het personage en daardoor beleeft hij het verhaal erg intens.

Veel lezers vinden dat fijn, zitten echt ‘in’ het verhaal.

 

 

De laatste jaren vindt er een verschuiving plaats richting deze manier van schrijven. 


Hoe schrijf je DPOV?

 

Er zijn verschillende dingen waar je rekening mee moet houden als je DPOV schrijft of wil schrijven.

Hieronder licht ik er een aantal toe:

 

 

Perspectief

 

Het eerste waar je rekening mee moet houden is wat jouw personage kán zien, horen, weten etcetera. Dit is eigenlijk bij alle schrijfwijzes belangrijk, alleen een alwetende verteller kan ‘overkoepeld’ vertellen. Deze heeft een helikopterview.

Bij DPOV kan je bijvoorbeeld niet iemands gedrag verklaren of aangeven dat iemand jou niet aardig vindt. Je personage kan dit wel denken, dan is het een interpretatie, maar het kan niet als feit worden gebracht.

Een klein voorbeeld. Als je schrijft in de derde persoon en je hoofdpersoon glimlacht, zul je vaak tegenkomen: [een glimlach sierde haar lippen], maar dat is niet geschreven vanuit het personage zelf, dan schrijf je [ze glimlachte].

 

 

Show, don’t tell

 

Voorts kan je niets ‘vertellen’, je moet ‘laten zien’. Het zogenoemde show don’t tell. (Meer uitleg daarover in een later blog.) Hierdoor neem je je lezer bij de hand en laat hem het verhaal meebeleven.

Soms is het echter lastig om alles in show te laten gebeuren, wil je situaties even samenvatten of kort uitleg geven en dat kan niet. Wat wel kan is een stuk overslaan, een stuk niet vertellen. 

Veel auteurs die DPOV schrijven doen dit niet volledig, ze kiezen er, bewust of onbewust, voor om soms geen DPOV toe te passen zodat ze iets kunnen samenvatten of uitleg kunnen geven.

 

 

Dialooglabels

 

Als je DPOV schrijft, gebruik je in principe geen dialooglabels. Uit de context blijkt wie wat zegt.

Ik ga in een ander blog in op wat dialooglabels zijn en hoe je ze (niet) gebruikt, maar ik zal hier wel een aantal voorbeelden geven.


[zei Pieter.]

- -> Geen [zei Pieter] gebruiken. Bij DPOV moet uit de context blijken wie het zegt.


[riep Helene en ze rende weg]

- -> Geen [riep Helene] gebruiken. In de geroepen zin staat een uitroepteken dat duidelijkheid geeft over roepen of schreeuwen. Je kunt [Helene rende weg.] gebruiken na de gesproken tekst, dan is direct duidelijk wie het riep.

 

 

Geen horen, zien, voelen, ruiken, proeven en denken gebruiken

 

De woorden horen, zien, ruiken, voelen, proeven en denken plaatsen je lezer buiten het personage, ze creëren een afstand.

Als voorbeelden:

1a. Ze ruikt het versgebakken brood in de keuken, de geur doet haar denken aan vroeger.

1b. Het versgebakken brood herinnert haar aan de vakanties bij oma thuis.

2a. Rosalie ziet Sebastiaan wegrennen.

2b. Sebastiaan rent weg.

 

 

Direct(er) schrijven

 

Als je schrijft, en dit geldt eigenlijk voor iedere manier, niet alleen voor deep point of view, moet je lege, nietszeggende woorden zoveel mogelijk vermijden. Daarmee wordt je tekst directer, minder langdradig.

Ieder woord moet het verhaal verder helpen, daadwerkelijk een bijdrage leveren. Stel jezelf steeds de vraag of het woord nodig is.


Je kan dat doen met de quote: ‘Is dit woord hier nodig?’ waarbij je steeds de nadruk legt op een ander deel van de zin:

Is dit woord hier nodig? Of kan ik beter een ander woord gebruiken?

Is dit woord hier nodig? Of past het beter op een andere plek in de zin of alinea?

Is dit woord hier nodig? Of kan ik het weglaten?

 

 

Een aantal misverstanden over DPOV ruim ik graag uit de weg:

  • Je hoeft niet in de tegenwoordige tijd te schrijven;
  • Je hoeft niet vanuit de eerste persoon te schrijven;
  • Je hoeft niet alles letterlijk te laten gebeuren. Je hoeft niet te beschrijven hoe de rit naar oma verloopt, je kan dit overslaan.

Voorbeeld

Als voorbeeld een stukje vanuit de ‘gewone’ derde persoon en dan vanuit DPOV met uitleg over de veranderingen.

 

 

'Gewoon' derde persoon:

 

‘Moet jij niet eten?’ vraagt Linda aan haar man, terwijl ze een boterham uit de zak haalt en op haar bord legt.

‘Nee, dank je. Thee volstaat,’ zegt Sander en hij neemt een slokje.

Zijn etentje met Jelmer was vast iets te veel van het goede, denkt Linda, terwijl ze toekijkt hoe Sander tevreden over zijn maag strijkt. Een glimlach verschijnt op haar gezicht.

 

 

DPOV:

 

‘Moet jij niet eten, San?’ Linda legt een boterham op haar bord.

‘Nee, dank je, schat.‘ Sander wrijft over zijn maagstreek en neemt een slokje thee.

Ze glimlacht. Zijn etentje met Jelmer was vast iets te veel van het goede.

 

 

DPOV aanpassingen ten op zichte van de 'gewone' derde persoon:

 

Geen zien, horen, voelen, ruiken, proeven en denken:

Toekijken en denken weggehaald, gedachte cursief. Meestal worden directe gedachten cursief gezet.

 

Geen interpretatie:

Dat Sander tevreden is, kan Linda niet weten. Misschien doet het wel zeer of is hij misselijk? Je kan wel aangeven hoe hij kijkt bij pijn: Hij wrijft met een grimas op zijn gezicht over zijn buik.

 

Geen dialooglabels:

Dialooglabels weggehaald en met de context duidelijk gemaakt wie wat zegt. (San en schat toegevoegd aan gesproken tekst. Een van de twee zou, zeker in een verhaal met meer context, ook volstaan.)

 

Overbodige tijdsaanduiding eruit:

Gisteravond weggehaald

 

Geen show and tell:

Aangeven dat thee volstaat weggehaald, uit de handeling blijkt dat hij thee wil.

Ik hoop dat ik met deze blog de schrijfterm DPOV heb kunnen uitleggen. Ik heb het blog compact willen houden – echt gelukt is het niet – en in diverse schrijfhandboeken en op internet kan je nog veel meer informatie en voorbeelden vinden.

 

❓ Heb je vragen naar aanleiding van het blog? Heb je een stukje tekst waar je wel wat hulp bij kan gebruiken?

 

  

👉 Neem contact met me op! Ik help je graag.


Ideeën?

 

Is er een term waar jij graag meer uitleg over wil of waarvan je denkt, dat is echt zo’n term die je als schrijver moet kennen?

Geef het door, dan schrijf ik er een blog over!

 

Termen die binnenkort in elk geval aan bod komen:

  • Perspectief
  • Perspectiefbreuk
  • Show, don't tell
  • Pantser
  • Proloog
  • Epiloog
  • Blurb
  • Infodump
  • Protagonist
  • Antagonist
  • Plotter
  • ...
  • ...

  

Maar dit rijtje kan veel langer …


  Heb je een manuscript geschreven en ben je benieuwd wat een redacteur voor je kan doen?

 

👉 Neem contact met me op voor een vrijblijvend en kosteloos kennismakingsgesprek! Dan bespreken we wat ik voor jou(w manuscript) kan betekenen.

 

Vond je dit interessant?

 

Lees de andere blogs op deze website. Ook komen er steeds nieuwe blogs online met tips over schrijven en uitgeven, over je team en over de schrijftermen.

 

Als je me volgt op social media ben je als eerste op de hoogte als ik een nieuw blog plaats.