Weet jij of je hen of hun in moet vullen op de stippen?
Na het lezen van dit blog wel!
Dat boek is van ...
Dat is ... boek.
Ik ga met ... naar de boekwinkel.
Ik geef het boek aan ...
... geven mij een boek.
Lees snel verder!
Hen
Hen gebruik je na een voorzetsel, het is dan het meewerkend voorwerp of als lijdend voorwerp.
Na een voorzetsel, als meewerkend voorwerp:
Ik geef een boek aan hen.
Ik geef aan hen een boek.
Dit boek is voor hen.
Als lijdend voorwerp:
De lezers feliciteerden hen met de debuutbundel.
Zij las hen graag. (Waarbij hen verwijst naar de auteurs die hebben bijgedragen aan van de debuutbundel.)
Hoe weet je wat het lijdend voorwerp is?
I Stel de vraag: wie/wat + gezegde (alle werkwoorden in de zin) + onderwerp (persoon/dier/voorwerp)?
II Zet het werkwoord 'worden' in de zin. Het lijdend voorwerp veranderd in het onderwerp.
Bijvoorbeeld:
I (aan/voor) wie/wat + gezegde + onderwerp
a.
De lezers feliciteren hen met de debuutbundel. -->
Wie of wat feliciteren de lezers? hen
Dat maakt hen het lijdend voorwerp.
b.
Zij las hen graag. -->
Wie of wat las ze graag? hen
Dat maakt hen het lijdend voorwerp.
II worden in de zin plaatsen:
a.
Zij las hen graag. -->
Zij worden graag gelezen door haar.
Het lijdend voorwerp is hen, dat wordt het onderwerp en verandert in zij.
b.
De lezers feliciteerden hen met de debuutbundel. -->
Zij worden door de lezers gefeliciteerd met de debuutbundel.
Het lijdend voorwerp is hen, dat wordt het onderwerp en verandert in zij.
Hun
Hun gebruik je als meewerkend voorwerp er staat geen voorzetsel voor hun.
Je kan er vaak wel en voorzetsel of voorzetseluitdrukking voor denken (voor, aan, tegen, door, volgens, ten aanzien van).
Ik geef hun een boek. (aan hen)
Zij schotelde hun een heerlijke maaltijd voor. (aan hen)
Zij leest hun te veel. (volgens hen)
De bibliotheek is hun te ver. (voor hen of volgens hen)
Ook is hun een bezittelijk voornaamwoord:
Dit boek is van hun. Dit is hun boek.
Dit is hun pen.
TIPS
1.
In niet al te formele teksten kan je [ze] gebruiken i.p.v. hen of hun.
Bijvoorbeeld:
Ik geef ze het manuscript. (i.p.v. hun of aan hen)
Laat ze maar gaan, ze komen wel terug. (i.p.v. hen)
Je mag tegenover ze plaatsnemen. (i.p.v. hen)
2.
Op de website van Onze Taal staan vele voorbeelden. Je kan er terugvinden wanneer je hen of hun gebruikt. Staat jouw dilemma er niet tussen, dan kan je eenvoudig een mail sturen. Mijn ervaring is dat je heel snel een reactie krijgt!
3.
Hun hebben is altijd fout ;-)
Hun is geen onderwerp, net zomin als hen.
Samengevat:
Het is altijd hen, tenzij het een meewerkend voorwerp is waar geen voorzetsel voor staat of als het om een bezit gaat.
De antwoorden:
Dat boek is van ... hun
Dat is ... boek. hun
Ik ga met ... naar de boekwinkel. hen
Ik geef het boek aan ... hen
... geven mij een boek. zij ;-)
Met uitleg:
Dat boek is van hun. - Het boek is een bezit. Dus hun is een bezittelijk voornaamwoord.
Dat is hun boek. - Het boek is een bezit. Dus hun is een bezittelijk voornaamwoord.
Ik ga met hen naar de boekwinkel. - Er staat [met] voor.
Ik geef het boek aan hen. - Er staat [aan] voor.
Zij geven mij een boek. - Zij is onderwerp, hen en hun zijn nooit onderwerp.
Ik hoop dat de uitleg in dit blog je helpt om de altijd lastig vraag 'gebruik ik hen of hun?' te beantwoorden.
Vond je dit interessant?
Lees de andere blogs op deze website. Ook komen er steeds nieuwe blogs online met tips over schrijven en uitgeven, over je team en over de schrijftermen.
Als je me volgt op social media ben je als eerste op de hoogte als ik een nieuw blog plaats.
❓ Benieuwd wat ik van de door jou gekozen namen vind, het is een van de punten die ik meeneem bij de inhoudelijke redactie van manuscripten.
Of ben je benieuwd wat ik van je hele manuscript vind?
👉 Neem dan contact met me op. In een vrijblijvend en kosteloos kennismakingsgesprek bespreken we wat ik voor jou(w manuscript) kan betekenen.